Het vuile werk werd niet bestraft
Het optreden van de Grüne Polizei in Noord-Brabant, 1940-1944
Samenvatting
In de regenachtige ochtendschemer van 7 september 1944 vermoordden manschappen van de Ordnungspolizei in Biest-Houtakker (gemeente Hilvarenbeek) veearts Piet Leermakers en onderduiker Jan van Dongen. Zij werden doodgeschoten achter het huis van de veearts. Acht jonge kinderen hadden geen vader meer, zijn vrouw kwam de klap nooit te boven. De kinderen bleven met veel vragen zitten. Wie waren de daders? Wie was de verrader? Waarom heef er nooit vervolging plaatsgevonden? De antwoorden kwamen niet. Zelfs niet op de vraag waarom de Ordnungspolizei erbij betrokken was. Had het ook de Sicherheitsdienst of de Feldgendarmerie kunnen zijn? Deze vragen leidden tot een speurtocht om licht te brengen in deze duisternis. De Duitsers beschikten over een omvangrijk repressieapparaat dat gewelddadiger werd naarmate de bezetting langer duurde.1 Het bestond uit verschillende segmenten die met elkaar waren verbonden, soms hiërarchisch, soms alleen ad hoc en operationeel. De vraag is wie in Noord-Brabant feitelijk de verschillende taken uitvoerde. Welke instantie was verantwoordelijk voor de uitoefening van repressie en wie waren de mannen die het vuile werk verrichtten? Over de rol en de daden van de Sicherheitsdienst in Noord-Brabant is het een en ander bekend. Zo zijn afzonderlijke gebeurtenissen in kaart gebracht maar niet de geschiedenis van de organisatie en de individuele daders.2 Naar de Ordnungspolizei (Orpo), vanwege de kleur van hun uniform ook wel Grüne Polizei genoemd, is nauwelijks onderzoek gedaan. Hoe was zij landelijk en regionaal georganiseerd? Wat waren haar taken en hoe voerde zij die uit? Wie waren de mannen die de leiding hadden en hoe vatten zij hun taak op? Zien we in de loop van de tijd een verandering in de manier waarop ze hun werk uitvoerden? Tot slot: hoe verliep de vervolging en bestrafng na de oorlog?