Is het verleden 'verleden tijd'?
Onteigening en rechtsherstel van joods vastgoed tijdens en na de Tweede Wereldoorlog
DOI:
https://doi.org/10.65245/hkjd3c49Samenvatting
Wie vandaag in Weesp voor het winkelpand op het adres Binnenveer 11 staat, zou niet snel aan de Tweede Wereldoorlog denken. Alleen de twee op de grond geplaatste Stolpersteine, beter bekend als struikelstenen, verraden dat deze locatie een zeer beladen geschiedenis heeft. In 1995 plaatste de Duitse kunstenaar Gunter Demnig de eerste steen en sindsdien worden ze overal in Europa gelegd bij de voormalige woonhuizen van oorlogsslachtofers die tijdens het confict zijn gedeporteerd en vermoord. De gedenkstenen voor het pand aan het Binnenveer bevatten de namen ‘Henriette Mietje Vleeschhouwer-Menko’ en ‘David Vleeschhouwer’. Op 29 april 1942 moest het Joodse echtpaar gedwongen uit Weesp vertrekken. Hun drie nog thuiswonende zonen, Abraham, Michel en Adriaan, waren hier niet bij. Zij hadden al eerder besloten om te gaan onderduiken
