Curatorial practices en het vrouwelijk perspectief
DOI:
https://doi.org/10.65245/e5rd3y68Samenvatting
Op 8 maart 2021 maakte het Rijksmuseum bekend dat er voor het eerst in de Eregalerij drie schilderijen hingen van vrouwelijke schilders; respectievelijk De Serenade (1629) van Judith Leyster (1609-1660), het Memorieportret van Moses ter Borch (1668) door Gesina ter Borch (1631-1690) en het Stilleven met bloemen in een glazen vaas (ca. 1690 - ca. 1720) van Rachel Ruysch (1664-1750). Op dezelfde dag werd het allereerste symposium over vrouwen in de kunstgeschiedenis en museale sector georganiseerd door Jenny Reynaerts (Voorzitter Vrouwen in het Rijksmuseum en Senior Conservator negentiende-eeuwse Schilderkunst bij het Rijksmuseum) Ik herinner mij de gebeurtenissen nog goed, want ik was net twee maanden in dienst als conservator-in-opleiding zeventiende-eeuwse Nederlandse Schilderkunst. Inmiddels ben ik zo’n zeven maanden terug in dienst als Junior Conservator binnen dezelfde afdeling, en zie ik het vrouwelijk perspectief binnen de beeldende kunsten als evident en noodzakelijk, en probeer vanuit mijn positie mijn steentje bij te dragen.
