Tussen herinneringscultuur en historische werkelijkheid
DOI:
https://doi.org/10.65245/j2x52540Samenvatting
Op 16 november 1572 nam het Spaanse leger het Gelderse Zutphen met veel geweld in. De inname was onderdeel van een militaire operatie die als doel had om de steden die in de zomer van hetzelfde jaar door de opstandelingen waren ingenomen, terug te veroveren. Net als eerder in het Brabantse Mechelen – en even later in het Hollandse Naarden – werd Zutphen volledig geplunderd en vonden veel inwoners op een verschrikkelijke manier de dood: zo zouden enkelen van hen halfnaakt de IJssel in zijn gedreven waar ze een verdrinkingsdood tussen de ijsschotsen wachtte. De gewelddadige inname zou een waarschuwing zijn geweest voor andere steden die in handen waren van de opstandelingen en wellicht aan hun loyaliteit twijfelden. Bovenstaand verhaal is afkomstig van Zutphens predikant Wilhelmus Baudartius (1565-1640), die het ‘bloedbad van Zutphen’ 50 jaar na dato beschreef. En nog steeds, 450 jaar later, vinden we het gruwelijke lot van de Zutphenaren terug in onze geschiedenisboeken.
