De productie van Epilepsie is mede mogelijk gemaakt door financiële ondersteuning van:
Klopt het dan toch, wordt er onder druk beter gepresteerd? Nu we alle zeilen bij moeten zetten om het blad in de lucht te houden overtreft de kopij die wordt aangeleverd alle verwachtingen. In dit nummer een heel mooie casusbespreking over geheugenproblemen bij een goed te behandelen epilepsie. Een kort en krachtig verslag van onderzoek naar mechanismen die ten grondslag liggen aan plotse en onverwachte dood op de kinderleeftijd of SUDP (sudden unexpected death in pediatrics). Verder een zeer relevante bijdrage in de rubriek verantwoorde epilepsiezorg over toepassing van een nieuw anti-aanvalsmedicijn en natuurlijk de proefschriftbesprekingen. Hebt u wel eens ‘last van’ een déjà vu? In de rubriek historische wetenswaardigheden kunt u lezen wat de achtergrond hiervan is.
Dit is het laatste nummer dat wordt uitgegeven onder het oude regime. Na de teloorgang van het Nederlands Tijdschrift voor Epileptologie, nu 22 jaar geleden, was de vraag: ‘hoe gaan we verder?’ Als wetenschappelijk tijdschrift, of wordt het een verenigingsblad met nieuwtjes uit het epilepsieveld? Er werd gekozen voor iets daar tussenin, voor een vakblad ingedeeld naar rubrieken, waarmee we, zo was de gedachte, tegemoet zouden komen aan de multidisciplinariteit van de epilepsiezorg in Nederland.
We waren blij en trots dat dankzij het open access platform OpenJournals.nl ‘Epilepsie’ gelezen kon worden door een breed publiek. Nu dit, na drie jaar, vooral financieel niet meer haalbaar is, wordt ‘Epilepsie’ weliswaar minder breed verspreidt, maar wat we winnen is dat het blad veel gerichter terecht komt, bij alle professionals werkzaam in de epilepsiezorg, maar ook bij alle neurologen in Nederland en Vlaanderen, ook als epilepsie niet direct tot hun aandachtsgebied hoort.
Pauly Ossenblok (hoofdredacteur)
Onderschat het niet, elk kwartaal een vaktijdschrift uitgeven is geen sinecure. De redactie van ‘Epilepsie’ slaagt hier nu al 22 jaar in, eerst in print en nu, sinds december 2021, digitaal via het open access platform OpenJournals.nl. De epilepsie community in Nederland heeft, in tegenstelling tot landen om ons heen, een sterk multidisciplinair karakter. We streven ernaar dat in de redactie van ‘Epilepsie’ alle disciplines zijn vertegenwoordigd. Hierdoor slagen wij er in om de kopij van ‘Epilepsie’ zoveel mogelijk af te stemmen op de interesse van de lezers. Wat steeds minder lukt is de logistiek, die een enorme inspanning vereist wat betreft tijd en financiële middelen. Veel van de vakbladen die een beperkt lezerspubliek hebben reddden het dan ook niet. Het antwoord hierop lijkt mij duidelijk: we moeten samenwerken met partijen die eenzelfde vakgebied bedienen. Daar wordt aan gewerkt; we houden u op de hoogte van de ontwikkelingen.
Pauly Ossenblok (hoofdredacteur)
paulyossenblok@live.com
Het wordt al vele jaren herhaald: epilepsie is een netwerkstoornis. Het bleef lang bij woorden, maar nu wordt er daadwerkelijk handen en voeten gegeven aan het behandelen van epilepsie als een stoornis van een hersennetwerk. In dit themanummer van ‘Epilepsie’ kunt u lezen dat de ‘virtuele neurochirurg’ handig gebruik kan maken van bestaande methoden voor netwerkanalyse en dat corticale stimulatie soelaas kan bieden, zelfs als er wordt gestimuleerd buiten het epileptogene gebied dat onmisbare functie bevat. Ook kunt u lezen over een studie die aantoont dat een epilepsienetwerk dat sterk verbonden is met gebieden in de thalamus bij kan dragen aan het succes van diepe hersenstimulatie. Vooralsnog is de conclusie uit deze en andere bijdragen aan dit themanummer van ‘Epilepsie’ dat het epilepsieonderzoek in Nederland tot de wereldtop behoort. De vraag of het netwerkperspectief bij behandeling van epilepsie de doorbraak zal zijn naar meer en meer aanvalsvrijheid, zal in het komende decennium beantwoord worden.
Pauly Ossenblok (hoofdredacteur)
paulyossenblok@live.com
Wat te doen als epilepsie therapieresistent is? Ook dan zijn er nog vele behandelingsmethoden om de progressie hiervan te vertragen. In dit nummer van ‘Epilepsie’ een optimistisch verslag van onderzoek naar een verbeterde ketogeen dieettherapie om aanvallen te onderdrukken. Dit is overigens niet het enige effect, het doel van de therapie is ook om de heftigheid van de aandoening draaglijker te maken. Op de eerste plaats kan dat door reductie van de aanvallen, in aantal en ernst, maar ook door bestrijding van co-morbiditeiten, zoals ernstige slaap- en ademhalingsstoornissen bij kinderen met een genetische epileptische encefalopathie. Beter nog is het om de progressie in een beginstadium van de aandoening aan te pakken. Dit vereist een vroegtijdige diagnose, bijvoorbeeld op basis van de motorische ontwikkeling van kinderen met een dergelijke ernstige onbehandelbare epilepsie. Wilt u aan dit alles uw ervaringen toevoegen? Laat dit dan weten aan de redactie.
Het is regelmatig in het nieuws: de meeste medische onderzoeken zijn gericht op de zogenaamde standaardman. Spelen man-vrouw verschillen ook een rol bij het onderkennen van symptomen van epilepsie of bij de behandeling van epilepsie? Het eerste lijkt me niet waarschijnlijk, maar bij de behandeling van epilepsie spelen bij vrouwen zeker andere onderwerpen. Evident vrouwspecifiek is bijvoorbeeld de begeleiding en behandeling van vrouwen met epilepsie én een kinderwens, of de begeleiding en behandeling tijdens en na een zwangerschap. In dit nummer van ‘Epilepsie’ alles over de precaire balans tussen het toedienen van anti-aanvals-medicatie en de invloed die dit kan hebben op het ongeboren kind. Ook aandacht voor het zorgpad ‘Zwangerschap en Epilepsie’ dat in het leven is geroepen om professionals voor te lichten over hoe om te gaan met epilepsie en zwangerschap. Het is vooral de professional die vrouwen kan ondersteunen bij het nemen van belangrijke beslissingen rondom zwangerschap. De rubriek ‘Verantwoorde epilepsiezorg’ praat u bij.
Pauly Ossenblok (hoofdredacteur)
possenblok@sein.nl
In dit nummer van ‘Epilepsie’ een diversiteit aan bijdragen. Onder andere een casuïstiekbijdrage over insulaire epilepsie, een bijdrage over genetische oorzaken van epilepsie en bijdragen over de relatie tussen de ziekte van Alzheimer en epilepsie. Nu de wereldbevolking ‘vergrijst’ neemt ook het aantal mensen met de ziekte van Alzheimer toe. In deze populatie komt epilepsie vaker voor. Wat zijn de mechanismen die de samenhang tussen beide ziektebeelden kunnen verklaren? Dat is de vraag die centraal staat in het dierexperimenteel onderzoek. Het goede nieuws is dat epilepsie slechts bij een klein deel van de mensen met Alzheimer voorkomt en doorgaans goed is te behandelen met anti-epileptica. Lees over dit alles in dit nummer van epilepsie.
Wilt u bijdragen aan de invulling van de volgende nummers van ‘Epilepsie’? Laat dit weten aan de redactie, uw bijdragen zijn meer dan welkom.
Pauly Ossenblok (hoofdredacteur)
possenblok@sein.nl
Het is precies één jaar geleden dat het eerste nummer van ‘Epilepsie’ via het open access platform Openjournals.nl verscheen. Dit nummer werd ook per post verstuurd aan de leden van de Liga en alle neurologen. Dit jaar gebeurt dat niet. Registreren op de website www.epilepsiejournal.nl is daarom nog belangrijker. Je krijgt dan elk kwartaal de nieuwsbrief toegestuurd met aankondiging van én directe toegang tot de digitale uitgave van wéér een nieuw nummer. Dat is nu, aan het einde van dit jaar, een themanummer.
Het thema is dit jaar translationeel onderzoek. Het is een indrukwekkende afspiegeling geworden van het pre-klinische (bench to bedside) en het klinische (bedside to bench) onderzoek in Nederland en Vlaanderen. Het pre-klinische onderzoek legt de mechanismen bloot die een rol spelen bij epilepsie en het vertalen hiervan naar een betere behandeling. Voor u als behandelaar in dit themanummer een kritische beschouwing over de toepassing van diagnostische (imaging) technieken en de klinische interpretatie hiervan.
Hebt u hierover een mening?
Pauly Ossenblok (hoofdredacteur)
possenblok@sein.nl
Het EEG (elektro-encefalogram) is een belangrijk hulpmiddel bij het opsporen van de bron van epilepsie. De EEG-activiteit die samenhangt met een epileptische aanval benadert - zo wordt aangenomen - de bron van epilepsie het best. Daarnaast komen er epileptische pieken voor in het EEG en meer recent geïntroduceerd de zogenaamde HFOs (High Frequency Oscillations).
In de rubriek Wetenschappelijk onderzoek van dit nummer van ‘Epilepsie’ wordt u meegenomen op een zoektocht naar het antwoord op de vraag of het de epileptische pieken of HFOs zijn die de chirurg het best kunnen gidsen bij het verwijderen van epileptogeen hersenweefsel. Het antwoord op die vraag lijkt een eerherstel voor epileptische pieken. Epileptische pieken, hier direct op de hersenen gemeten, zijn goed herkenbaar en representeren het epileptische netwerk. Automatische detectie en corticale mapping is daarbij de oplossing om de overweldigende hoeveelheid aan complexe ontladingen gemeten met een invasief EEG te analyseren.
Hebt u hierover een mening?
Pauly Ossenblok (hoofdredacteur)
possenblok@sein.nl
Wat is er in één generatie veel veranderd in de epilepsiezorg! Dankzij de ontwikkelingen in medische technologie zijn er meer en meer opties voor een curatieve behandeling van epilepsie. Ook voor mensen met epilepsie die niet in aanmerking komen voor een dergelijke behandeling is er veel veranderd. Er is apparatuur ontwikkeld en gevalideerd die het mogelijk maakt om veel nauwkeuriger dan vroeger vast te leggen hoe vaak iemand een epileptische aanval heeft en ook wat voor soort aanval dat is, zodat behandeling hierop afgestemd kan worden. Ook reduceert de aanvalsdetectie-apparatuur door alarmering bij een aanval het risico op complicaties hiervan. Er is echter nog een lange weg te gaan. Lees hierover meer in de rubriek Wetenschappelijk onderzoek van dit nummer van ‘Epilepsie’, die volledig is gewijd aan de pro’s en con’s van de huidige mogelijkheden voor aanvalsdetectie bij patiënten met epilepsie.
Pauly Ossenblok (hoofdredacteur)
p.p.w.ossenblok@tue.nl
In een beschaafd en vrij land, waar geen oorlog is, kan er aandacht zijn voor nieuwe, recent geïntroduceerde anti-aanvalsmedicatie, voor kwetsbare populaties, zoals voor mensen met epilepsie en een verstandelijke beperking en natuurlijk voor resultaten van wetenschappelijk onderzoek. Over dit alles kunt u lezen in dit nummer van ‘Epilepsie’.
Dit is het tweede nummer van ‘Epilepsie’ dat in open access wordt uitgegeven. Als u dit leest, vergeet dan vooral niet om u te registreren op de website www.epilepsiejournal.nl. U krijgt dan de nieuwsbrief als aankondiging van de publicatie van een volgend nummer mét een overzicht van de inhoud van dit nummer. Wilt u reageren op de inhoud van het blad of hebt u suggesties voor de presentatie hiervan? Laat dit dan weten aan de redactie van ‘Epilepsie’.
Pauly Ossenblok (hoofdredacteur)
p.p.w.ossenblok@tue.nl
Dit is het eerste nummer van ‘Epilepsie’ dat via het open access platform OpenJournals.nl wordt aangeboden. Het is het jaarlijks terugkerende themanummer, dat u ook per post krijgt, met een duidelijke uitleg hoe u zich kunt registreren, zodat u in de toekomst direct toegang hebt tot de digitale uitgave van ‘Epilepsie’.
Het thema is dit jaar “Precisiegeneeskunde bij epilepsie”. Kees Braun (hoogleraar kinderneurologie) legt uit waarom we beter kunnen spreken van precision medicine in plaats van bijvoorbeeld personalized medicine of targeted treatment. Dit geldt met name voor epilepsie, omdat uitingsvormen en behandeling hiervan specifiek zijn voor de individuele patiënt. Wat ook blijkt uit de overige bijdragen, met voorbeelden van zeldzame vormen van epilepsie, die moeilijk te diagnosticeren en behandelen zijn, maar ook van steeds vaker voorkomende vormen, zoals epilepsie bij ouderen als gevolg van een beroerte.
Wilt u meedoen aan de succesvolle transitie naar open access, laat dit dan weten aan de redactie.
Pauly Ossenblok (hoofdredacteur)
p.p.w.ossenblok@tue.nl
Het internationale epilepsie congres kon dit jaar alleen virtueel worden bezocht. De kwaliteit was er niet minder om, integendeel. Wat viel mij op? Epilepsiechirurgie nam een groot gedeelte van het programma in beslag, samen met klinische neurofysiologie en neuroimaging, vaak in dezelfde sessie. Het thema van een sessie was Clinical Neurophysiology Neuroimaging als er toepassingen van bijvoorbeeld het EEG, is klinische neurofysiologie, mét bronlokalisatie, is beeldvorming, werden gepresenteerd. Is de tijd aangebroken om beeldvorming van neurofysiologische signalen onder te brengen in één term? In dit nummer van ‘Epilepsie’ wordt gekozen voor ‘Beeldvorming’ bij epilepsiechirurgie, als titel van de rubriek met bijdragen over beeldvorming van de bron van epilepsie op basis van EEG en MEG én over beeldvorming van het epileptogene gebied met metabole MRI. Hebt u hier een mening over, laat dit dan weten aan de redactie van ‘Epilepsie’.
Pauly Ossenblok (hoofdredacteur)
p.p.w.ossenblok@tue.nl
Het blad ‘Epilepsie’ wordt elk kwartaal bij u bezorgd. Dit is de negentiende jaargang, tijd voor verandering. De redactie onderzoekt de mogelijkheid om ‘Epilepsie’ in open access uit te geven. Open access zorgt ervoor dat epilepsie-onderzoek toegankelijker wordt voor een breder publiek en draagt daarmee bij aan de zichtbaarheid hiervan. De redactie van ‘Epilepsie’ heeft al die jaren hard gewerkt aan een constant hoog niveau van de bijdragen en de variatie hierin. We zullen door de samenwerking met een open access platform ongetwijfeld een professionaliseringsslag moeten maken, vooral wat betreft het aanleveren van hoogwaardige kopij en een kritisch en goed onderbouwd beoordelings- proces. Hiervoor zijn we afhankelijk van de professionals in de epilepsiezorg. Iedereen die mee wil denken en werken aan de transitie naar een blad dat in open access wordt uitgegeven, dat met enthousiasme wordt gemaakt en met plezier door een breed publiek wordt gelezen, is welkom.
Bestond epilepsiechirurgie in Nederland oorspronkelijk vooral uit temporaalkwab-resecties, door de introductie van invasie-ve diagnostiek kon de stap gemaakt wor-den naar operatie van meer complexe extratemporale epilepsieën. Dit begon met elektrocorticografie, gevolgd door invasief onderzoek met behulp van diepte-elektroden. De tendens van de laatste jaren bij de behandeling van epilepsie is om invasieve diagnostiek te combineren met een minimaal invasieve behandeling. Dit kan bijvoorbeeld door thermocoagu-latie van epileptogeen weefsel dat niet in aanmerking komt voor resectie of door closed loop stimulatie om aanvallen te on-derdrukken. Over dit alles kunt u lezen in de rubriek Wetenschappelijk onderzoek van dit nummer van ‘Epilepsie’. De tegen-stelling kon niet groter zijn: In ditzelfde nummer van ‘Epilepsie’ kunt u ook lezen dat het de epilepsiezorg in Tanzania aan alles ontbreekt, aan diagnostische midde-len én aan mogelijkheden voor behande-ling. Hebt u een mening over dit alles, laat ons dit dan weten.
Er is meer en meer belangstelling voor neuromodulatie als behandelingsoptie voor mensen die aanvallen blijven houden, ondanks het gebruik van anti-epileptica. Het klinkt zo eenvoudig: implanteer diep in de hersenen een meet- en regelsysteem waarmee aanvalsactiviteit wordt gedetecteerd en breek als reactie de aanval af door een stimulus aan te bieden. Dierexperimenteel onderzoek heeft aangetoond dat dit bij ratten relatief succesvol kan worden gedaan. Ook bij mensen met epilepsie wordt diepe hersenstimulatie toegepast. Het succes hiervan hangt, zoals u kunt lezen in dit nummer van ‘Epilepsie’, sterk samen met medisch-technologische ontwikkelingen. Implanteren van microchips die het brein kunnen uitlezen en bijsturen, is geen science fiction meer. Investeer nu in een constructieve samenwerking tussen professionals, clinici en technici om deze innovatie tot een succes te maken, ook voor het onderdrukken van epileptische aanvallen. Hebt u hier een mening over, laat dit dan weten aan de redactie van ‘Epilepsie’.
Hebt u ook het gevoel dat in deze Coronatijden alles een beetje anders is? Mensen zijn moeilijk te bereiken en alles verloopt wat langzamer. Zo ook voor dit nummer van ‘Epilepsie’. Desalniettemin zijn we er in geslaagd om ook nu een mooie rubriek ‘Verantwoorde epilepsiezorg’ te plaatsen. Een rubriek over diagnostiek op het raakvlak van pathologische epileptogene kenmerken en omgevings- en gedragskenmerken. Per individuele casus moet er een complex probleem worden opgelost dat vraagt om een multidisciplinaire aanpak. De epilepsiecentra zijn hiervoor, zo blijkt uit de bijdragen aan dit nummer van ‘Epilepsie’, goed geoutilleerd. De verschillende benodigde disciplines (neuro(fysio)logie, neuropsychologie, gezondheids- en gedragswetenschappen) zijn aanwezig en de centra werken samen om te komen tot een gerichte patiënt-specifieke behandeling. Hebt u hier een mening over, laat ons dit dan weten.
Charlotte Dravet (kinderpsychiater en epileptoloog) beschreef als eerste (in 1978) het syndroom severe myoclonic epilepsy in infancy, dat sindsdien bekend staat als het Dravetsyndroom. Het zijn vooral de complexe kinderepilepsieën die zijn vernoemd naar een professional die als eerste het syndroom beschreef op basis van klinische uitingen, zoals het syndroom van Dravet, van Lennox Gastaut, van West, van Landau Kleffner en van Doose. Voor de niet-clinicus, zoals voor mij, is dit verwarrend en roept vragen op. Bijvoorbeeld, komen de mechanismen die ten grondslag liggen aan de syndromen overeen of is er sprake van eenzelfde etiologie? In dit nummer van ‘Epilepsie’ wordt het Dravetsyndroom beschreven en niet alleen op basis van fenomenologie. Het mechanisme dat ten grondslag ligt aan het Dravetsyndroom wordt beschreven in relatie met diagnostiek en mogelijkheden voor behandeling. Verhelderend, voor mij en mogelijk ook voor professionals die gewend zijn aan een indeling van deze syndromen op basis van kliniek.
Kinderen met epilepsie, dat is het thema van dit speciale nummer van ‘Epilepsie’. Een blik op de inhoudsopgave leert ons dat er vooral aandacht is voor de ernstige epilepsiebeelden die bij kinderen voor kunnen komen. De diagnostiek hiervan is ingewikkeld en vereist inzet, inventiviteit en een hoge mate aan kennis van professionals, zoals blijkt uit de verschillende bijdragen in dit nummer. Verder ligt de nadruk op de medicamenteuze behandeling van kinderepilepsieën. Aan bod komen beproefde oplossingen met bestaande anti-epileptische medicatie, maar ook de ontwikkeling van innovatieve stamceltechnieken gericht op patientspecifieke oplossingen. De teneur van dit speciale nummer van ‘Epilepsie’ is dat het niet alleen voor de zorg, maar ook voor de diagnostiek en behandeling van kinderen met gecompliceerde epilepsiebeelden steeds belangrijker is om samen te werken in multidisciplinaire netwerken. Hebt u een mening over dit alles, laat dit dan weten aan de redactie.
Professionals werkzaam in de epilepsiezorg kunnen leren van ervaringen elders. Ook in dit nummer van ‘Epilepsie’ aandacht voor de epilepsiezorg in een ontwikkelingsland. In tegenstelling tot China waar, zoals u hebt kunnen lezen in het vorige nummer van ‘Epilepsie’, de epilepsiezorg een hoog niveau heeft, is de situatie in Afrika schrijnend. Elk initiatief - beginnend met het delen van kennis en ervaring - kan hier bijdragen aan een verbetering van de zorg. Professionals zijn vaak goed opgeleid en up to date met betrekking tot de laatste ontwikkelingen in de epilepsiezorg, zoals bijvoorbeeld in Indonesië waar het echter ontbreekt aan middelen, zoals de juiste anti-epileptica en voorzieningen voor diagnostiek en niet-medicatieve behandeling. De vraag is wat wij kunnen doen. Hebt u hier een mening over of ervaringen die u zou willen delen met de lezers van ‘Epilepsie’, laat dit dan weten aan de redactie.
Het is in het verleden vaak aan bod geweest, ook op deze plek: de multidisciplinaire aanpak waar vooral de epilepsiezorg in Nederland om bekend staat. Het nummer van ‘Epilepsie’ dat voor u ligt bevat een groot aantal bijdragen over de psychosociale aspecten van epilepsie. In dit nummer ook het in memoriam voor Fernando Lopes da Silva. Hij was lange tijd een van de drijvende krachten achter het onderzoek naar de fundamentele mechanismen die ten grondslag liggen aan epilepsie. Dit werk wordt voortgezet, daar kunt u over lezen in het volgende nummer van ‘Epilepsie’. Het fundamenteel neurowetenschappelijk onderzoek ligt aan de basis van het klinisch wetenschappelijk epilepsieonderzoek, wat van direct belang is voor de verbetering van de epilepsiezorg. Ook hier was Fernando een bron van inspiratie. Hebt u een mening over een van de bijdragen, laat dit dan weten aan de redactie van ‘Epilepsie’.
Technologie neemt in de gezondheidszorg een steeds grotere plaats in. Procedures om toestemming te krijgen voor het gebruik van nieuwe medischtechnologische producten zijn vaak moeizaam en langdurig. Uitgangspunt is dat de veiligheid van patiënten is gewaarborgd bij het gebruik hiervan voor diagnostiek en behandeling. Het is daarom verbazend dat er ondanks de strenge regelgeving zoveel incidenten en calamiteiten worden gemeld voor bijvoorbeeld medische implantaten, zoals bleek uit een recente uitzending van het tv-programma Radar. Dat daarbij meerdere producten over één kam werden geschoren als zijnde een gevaar voor de patiënt, zoals de nervus vagus stimulater die wordt toegepast bij patiënten met een moeilijk behandelbare epilepsie, wekt verbazing en behoeft enige nuancering, zoals u kunt lezen in dit nummer van ‘Epilepsie’. Hebt u hier iets aan toe te voegen, laat het ons dan weten.
Epilepsie is het gevolg van een disfunctionerend netwerk dat andere netwerken beïnvloedt, zoals cognitieve-, geheugen- en taalnetwerken. Door een succesvolle behandeling, medicamenteus of invasief, nemen niet alleen de epileptische aanvallen af, maar ook verbeteren de hersenfuncties. De tendens is daarom, als anti-epileptica niet het gewenste effect hebben, om invasief in te grijpen, ook in geval van een nietgelokaliseerde epilepsie. Ook dit kan gevolgen hebben voor functie. Over dit alles kunt u lezen in dit themanummer van ‘Epilepsie’. Het klinkt paradoxaal, maar hoe meer er bekend is over epilepsie als netwerkaandoening, hoe meer vragen behandeling hiervan opwerpt. Worden netwerkfuncties verstoord door hun co-existentie met een epileptisch netwerk? Of staat een epileptisch netwerk op zichzelf, kun je het traceren en ‘ongestraft’ manipuleren door diepe hersenstimulatie of meer algemeen door neuromodulatie? Dit zijn vragen voor toekomstig epilepsieonderzoek, waarover u ook kunt lezen in dit nummer van ‘Epilepsie’.
Epilepsiechirurgie is succesvol als de patiënt aanvalsvrij is en functieverlies als gevolg van de resectie beperkt is. Preoperatieve beeldvorming draagt hier zeker aan bij, zoals u kunt lezen in de rubriek Wetenschappelijk Onderzoek van dit nummer van ‘Epilepsie’. Dankzij de introductie hiervan is de operatiestrategie veel gerichter vast te stellen, waardoor bijvoorbeeld maximale temporaal- of frontaalkwab resecties voorkomen kunnen worden. Een volgende stap in de ontwikkeling is driedimensionale multimodale beeldvorming ter ondersteuning van een minimaal invasieve behandeling van epilepsie. Dit kan een resectie op maat zijn, maar ook een meer recent geïntroduceerde invasieve behandeling, zoals thermocoagulatie of diepe hersenstimulatie, waarover u eerder hebt kunnen lezen in diverse nummers van ‘Epilepsie’. Voor een succesvolle toepassing hiervan in het preoperatieve traject werken computer scientists en medischtechnisch personeel nauw samen en zijn clinici intensief betrokken bij de ontwikkeling. Lees hierover meer in dit nummer van ‘Epilepsie’.
Epilepsiechirurgie is succesvol als de patiënt aanvalsvrij is en functieverlies als gevolg van de resectie beperkt is. Preoperatieve beeldvorming draagt hier zeker aan bij, zoals u kunt lezen in de rubriek Wetenschappelijk Onderzoek van dit nummer van ‘Epilepsie’. Dankzij de introductie hiervan is de operatiestrategie veel gerichter vast te stellen, waardoor bijvoorbeeld maximale temporaal- of frontaalkwab resecties voorkomen kunnen
worden. Een volgende stap in de ontwikkeling is driedimensionale multimodale beeldvorming ter ondersteuning
van een minimaal invasieve behandeling van epilepsie. Dit kan een resectie op maat zijn, maar ook een meer recent geïntroduceerde invasieve behandeling, zoals thermocoagulatie of diepe hersenstimulatie, waarover u eerder hebtkunnen lezen in diverse nummers van ‘Epilepsie’. Voor een succesvolle toepassing hiervan in het reoperatieve traject werken computer scientists en medischtechnisch personeel nauw samen en zijn clinici intensief betrokken bij de ontwikkeling. Lees hierover meer in dit nummer van ‘Epilepsie’.
ISSN: 1571-0408 | E-ISSSN: 2950-1377 | Uitgegeven door Nederlandse Liga tegen Epilepsie
Ondersteund door Openjournals| Privacyverklaring | Beleid Responsible Disclosure